Patton Debug commando's voor Smartware en Trinity
Mocht alles als 'terugval' binnenkomen, dan kan het zijn dat de SIP-provider het 'called-number' niet aanbiedt in de SIP-request URI maar alleen in de to-header. Dit is goed te zien door de debug output te bekijken bij een SIP-INVITE bericht, pas dan het volgende aan:
Voor Smartware modellen:
Voor Trinity modellen:
Wanneer een Patton niet gelijk doet wat je ervan verwacht of problemen heeft met bijvoorbeeld de nummerweergave of SIP-registratie, is het gemakkelijk om via de ingebouwde CLI (Command Line Interface) meer informatie boven water te krijgen.
De CLI is benaderbaar via de bijgeleverde seriële console kabel of via een Telnet-sessie. Deze laatste manier heeft voor tracen de voorkeur aangezien deze vele malen sneller is dan de seriële verbinding. De SN-DTA en SN4112S/JS beschikken NIET over een console-poort en zijn alleen een Telnet sessie benaderbaar voor het debuggen.
In de volgende screenshots is uitgegaan van het Terminalprogramma Putty dat vrij HIER op het internet te vinden is.
De consolepoort van de Smartware varianten van Patton staat standaard op 9600 Baud, die van de Trinity varianten op 19K2.
Kies voor Telnet het juiste IP-adres en voor een RS232 verbinding de juiste COM-poort en snelheid.
Het is handig deze settings op te slaan, zodat je er de volgende keer sneller over kunt beschikken. Geef de sessie een Naam onder 'Saved Sessions' en druk vervolgens op Save. Met Load kunnen eerder opgeslagen sessie worden geladen, met Open of Enter vervolgens geopend.
De volgende settings zijn nog aan te raden.
Backspace werkt na deze aanpassing:
Kolommen en rijen aanpassen om trace informatie zo leesbaar mogelijk op het scherm te tonen.
Verder de buffer vergroten van de standaard 2000 naar 200000 om verder terug te kunnen kijken in het 'verleden':
Keer even terug naar 'Session' en sla dit profiel nogmaals op:
Na het openen wordt om een username en wachtwoord gevraagd. De default username is 'administrator' zonder wachtwoord. Wanneer dit geen nieuw product is dan kan het natuurlijk in het verleden zijn aangepast.
Met 'enable' en 'configure' kom je in de mode dat je ook debug commando's in kunt geven.
De commando's zijn verschillend voor Smartware en Trinity varianten dus kies de juiste set. Door deze te kopiëren en te plakken (middels de rechter muis toets in Putty), wordt debugging geactiveerd.
Wanneer de traces zijn gemaakt en opgeslagen (via copy to clipboard binnen putty) moet het debuggen worden afgesloten met het 'no debug all' commando. Wanneer er trace data blijft komen, kan dit gewoon ingetypt worden en afgesloten met <ENTER>. De traces zouden dan moeten stoppen.
Eventuele wijzigingen in de configuratie die je via de console hebt aangebracht, gaan na een herstart verloren. Mocht je dit niet willen, dan is middels het volgende commando de huidige running-config te kopiëren naar de startup-config: copy running-config startup-config. Om de console sessie netjes af te sluiten gebruik je het commando 'logout' gevolgd door 'yes'.
DEBUG COMMANDO's
Het volgende commando laat de fouten tijdens de laatste (re)boot zien:
show log boot
Het volgende commando laat status van de SIP-registratie zien:
show context sip-gateway detail 4
Dit commando is om de licenties en dsp-kanalen te zien:
show system
Dit commando is om huidige tijd van Patton te zien en of DST (zomertijd) actief is of niet:
show clock
Smartware modellen met ISDN:
(SN4634, SN4635, SN4638, SN4639, SN4660, SN4661, SN4970, SN4971 en SN-DTA(alleen telnet))
enable
configure
debug context sip-gateway transport detail 5
debug context sip-gateway signaling
debug context sip-gateway error detail 5
debug call-control detail 5
debug call-router
debug ccisdn signaling
debug ccisdn error
debug isdn error
no debug all
voor gedetailleerd ISDN2 poort events deze gebruiken:
debug isdn event bri 0 0 all
debug isdn event bri 0 1 all
debug isdn event bri 0 2 all
debug isdn event bri 0 3 all
debug isdn event bri 0 4 all
Smartware modellen met analoge poorten FXS (SN4112JS, SN4114JS en de SN4118JS):
enable
configure
debug context sip-gateway transport detail 5
debug context sip-gateway signaling
debug context sip-gateway error detail 5
debug call-control detail 5
debug call-router
debug ccfxs
debug fxs
debug media-gateway all
no debug all
Trinity modellen met ISDN (SN4131 en SN4171):
enable
configure
debug sip-transport full-detail
debug sip-signaling full-detail
debug cc full-detail
debug cr full-detail
debug isdn-signaling full-detail
no debug all
Voor ISDN2 BRI events deze gebruiken:
debug isdn-stack-bri-control full-detail
Trinity modellen met analoge poorten FXS (SN200 en SN4741):
enable
configure
debug sip-transport full-detail
debug sip-signaling full-detail
debug cc full-detail
debug cr full-detail
debug fxs-signaling full-detail
debug fxs full-detail
no debug all
Wanneer bij de Trinity varianten vaker het zelfde traceprofiel wil uit en inschakelen kun je na bovenstaande debug commando's ook 'toggle trace' gebruiken om de trace te pauzeren en nadien weer te starten.
In de opgevangen traces is veel informatie te vinden voor zowel SIP, ISDN als analoog verkeer. Mogelijk zet deze informatie je op het juiste spoor. Mocht dat niet zo zijn dan zouden wij deze ook kunnen bekijken, neem dan eerst even contact met ons op.
Bekijk voor (zomer/winter) tijdgerlateerde zaken ook even HIER.
Opmerkingen
0 opmerkingen
Artikel is gesloten voor opmerkingen.